Beschuit met (bij voorkeur veld-)muisjes, voor onze kerkuil

We wonen met het gezin in de Verbouwde boerderij voor het bedrijf. Achter ons huis lijkt het de vrije natuur!.


Een kerkuilenpaar op een leeg nest

Afgelopen voorjaar leek er toch weer geluid te komen uit de uilenkast in ons achterhuis, maar we dachten dat dat veel te vroeg zou zijn voor jongen. Maar wat schetste onze verbazing toen Piet Willems, de vrijwilliger die de kasten controleert, kwam vertellen dat er 2 jongen waren!! Dus toch? Super! Eerder haalden ze de uiltjes eruit om te ringen, maar omdat er geen ringer meer is bij de vereniging, vind er alleen maar een telling plaatsen kunnen wij onze foto's op de website niet vernieuwen
Deze nestkast is zo'n 15 jaar geleden geplaatst door een bijzonder enthousiaste groep vrijwilligers van het IVN. Op een veehouderij bedrijf (waar ook altijd muizen zijn) is een uilenkast ideaal. Als je weet dat een volwassen kerkuil zo'n 20 muizen verorbert, is het duidelijk dat het ook een goede manier is om van het ongedierte af te komen. Verder is het een genot om naar te kijken als zo'n kerkuil zijn nestkast verlaat om te gaan jagen. Als er nieuws te melden is over onze kerkuil passen we de website weer aan. Voor meer informatie over het kerkuilenprogramma verwijs ik u naar de website van de limburgse tak van het IVN (klik op het logo)

ivn logo

De Kerkuil in cijfers

Tot in de jaren vijftig broedden jaarlijks minstens 1500 tot 3000 paar kerkuilen in halfopen landelijk gebied, vooral in het midden en oosten des lands. De turbulente ontwikkelingen op het platteland (verkavelingen, intensiever graslandgebruik, effectievere muizenbestrijding, verdwijnen ruige hoekjes en dergelijke) maakten het leven voor de kerkuilen er niet makkelijker op, hetgeen tot gevolg had nauwelijks meer een herstel optrad. In 1980 waren nog maar 100 paar kerkuilen over. Sindsdien stijgt het aantal kerkuilen gestaag, hetgeen mede te danken is aan het intensieve beschermingsprogramma. Sinds 1998 gaat het beter met de Kerkuil, in 2000 broedden er ongeveer 2000 paren in Nederland. Deze uilen echter broeden hoofdzakelijk (ongeveer 90%) in nestkasten. Tot slot is het aantal kerkuilen sterk afhankelijk van het reproductiesucces van zijn belangrijkste prooi, de veldmuis.


Wilt u meer weten over het kerkuilenprogramma?
Klik op het logo van de IVN en u komt op de website